Informatie

De Cyclus

Onze honden zijn anders dan de meeste ander dieren als het gaat om de cyclus en hormonen die hier een rol in spelen. Een hond is een mono-oestrische niet-seizoensgebonden dier, dit houd in dat een hond maar 1 á 2 maal per jaar loops wordt en gedekt kan worden. Dit i.t.t. schapen, koeien of paarden in een periode in het seizoen meerder malen achter elkaar een cyclus door maken en gedekt kunnen worden.

De cylcus van de hond kent 4 fases, de Anoestrus, Pro-oestrus, Oestrus en Metoestrus

De Anoestrus is in het algemeen de periode dat de hond niet loops is en duurt gemiddeld 4 maanden.

De Pro-oestrus is het begin van de loopsheid, rode uitvloeiing uit de vulva is te zien en de vulva wordt ook duidelijk wat groter dan normaal. Sommige reuen beginnen de teef dan al interessant te gaan vinden.

Tijdens de Oestrus vind de ovulatie plaats van de eicellen en is het ideale dektijdstip. Het is moeilijk te herkennen aan een hond of deze nog in de pro-oestrus is of al in de oestrus zit, de verschijnselen zijn min of meer hetzelfde. Om de ideale periode van dekken te bepalen kan het progesteron gehalte worden bepaald, afhankelijk van de basaal waarde en stijging van deze waarde van het progestron kan worden vastgesteld of er een eisprong heeft plaats gevonden. In de regel is het ideale dektijdstip dan 2-3 dagen na de eisprong gezien de eicellen van een hond nog enkele dagen moet rijpen om bevrucht te kunnen worden.

De Metoestrus is de laatste fase en na een succesvolle bevruchting zal dit de periode zijn dat de hond drachtig is. Maar ook bij een niet-succesvolle bevruchting zal de teef verschijnselen van schijndracht kunnen laten zien. Het maken van een echo 28-32 dagen na de bevruchting zou uitkomst kunnen beiden van het wel of niet drachtig zijn van de teef.

De Dekking

Een natuurlijke dekking kan op verschillende manieren plaats vinden, met koppeling en zonder koppeling. Als een koppeling niet plaats vind maar de reu heeft wel een zaadlozing gehad zou de teef als nog drachtig kunnen worden. Bij de dekbegeleiding wordt er gezorgd dat een goede dekking plaats vind. En de omstandigheden voor een ideale dekking worden geoptimaliseerd.

De Bevruchting

Als een dekking heeft plaats gevonden en de zaadcellen zijn gedeponeerd in de vagina moeten de zaadcellen hun weg vervolgen naar de eileiders waar de eicellen liggen te wachten om bevrucht te worden. Een belangrijke barrière van de baarmoeder (uterus) is de baarmoedermond (cervix) dit is de eerste stap in de selectie van de zaadcellen. Als de zaadcellen deze ingang hebben betreden moeten zij via de baarmoeder naar de eileiders komen om daar de eicellen te kunnen bevruchten. Het hebben van een gezonde zaadcellen is hierbij een belangrijk gegeven om de kans van bevruchting optimaal te laten zijn.

De Reu

Afhankelijk van het aantal dekking en ervaring van de reu kan het zinvol zijn om zijn sperma te laten controleren. Hierbij wordt gekeken naar het aantal levende sperma cellen en de vorm en vitaliteit van de spermacellen. Dit kan met name belangrijk zijn bij de onervaren reu die nog nooit een nest heeft geproduceerd maar ook met de oudere reu die enkele teven al leeg heeft gelaten.

De Teef

Als de teef al enkele keren leeg is gebleven is het belangrijk om na te gaan of de dekkingen op de juiste tijdstippen hebben plaats gevonden en of de reu(en) die zijn gebruikt wel vitaal sperma hebben gehad. Het bepalen van het ideale tijdstip is het bepalen van de progesteron het meest betrouwbaar.

Dit is slechts een beperkte en beknopte uitleg over de cyclus, dekking, bevruchting en reu en teef.